Breng je boven- en onderlichaam in balans
Laatst had ik een klant die een opmerkelijk langer bovenlichaam in verhouding tot haar kortere onderlichaam had (zie foto). Dat bracht het geheel uit balans en maakte haar kleiner dan ze was. Ze droeg een lange trui en een smallere jeansbroek. Nét wat ze beter niet zou doen. Maar hoe breng je dan wel je boven- en onderlichaam in balans?
Begin alvast met meten. Hoe lang is de afstand van de grond tot aan je kruis? En van je kruis tot aan je hoofd? Als je één van beide weet en je kent je lengte, dan kan je gewoon het ene van het andere aftrekken. Is er een significant verschil? Meer dan 5 cm? Lees dan deze tips.
Langer bovenlichaam / korter onderlichaam
- Draag kortere bovenstuks. Zeker niet onder je heupen.
- Steek eventueel je blouse in je rok of broek en laat deze overblousen.
- Breng verlenging aan in je benen door smallere broekspijpen (ga nooit voor heel breed) of door een plooi of vouw in je broek.
- Kies voor een broek of rok met een hogere taille.
- Laat je broek tot aan de wreef van je voeten komen. Nooit 7/8 broeken.
- Ga voor verticale strepen in je onderkleding (bv. strepen in je broek of rok).
- Kies voor een rok met een springplooi, recht of een A-lijn.
- Draag dezelfde kleur kousen als je rok (of broek) en je schoenen.
Korter bovenlichaam / langer onderlichaam
- Draag langere bovenstuks. Een lange vest op je broek of rok bijvoorbeeld.
- Ga voor bovenstuks op heuphoogte.
- Een tuniek staat je vast ook goed.
- Draag je blouse of trui OVER je rok of broek, niet er in.
- Draag ietwat kortere onderstuks: bijvoorbeeld een 7/8 broek (tenzij je klein bent).
- Ga voor een verlaagde taille voor broek of rok (of op heup).
- Kies voor een broek met een omslag onderaan.
- Draag beter geen riem (of in dezelfde kleur als je blouse).
Altijd goed: dezelfde kleuren
Voor beide silhouetten en zeker als je niet groot bent: ga voor een totaalsilhouet in ton-sur-ton tinten. Dat maakt je in je geheel langer.
Weten wat bij jouw lichaam past? Investeer in een stijlanalyse.